Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wanneer iemand [14]zijn broeder [15]uit het huis zijns vaders zal aangrijpen, [zeggende]: [16]Gij hebt een kleed, wees ons ten overste, laat toch [17]dezen aanstoot [18]onder uw hand wezen; 14. Dat is, zijnen bloedverwant. 15. Dat is, die van zijns vaders huis of geslacht is. 16. Dat is, gij zijt welhebbende, of, gij hebt middelen om te leven; gij zijt een van de aanzienlijksten onder ons; gemeenlijk openbaart zich de rijkdom in de klederen. 17. Of, dit verderf, of ruine, of ondergang. De zin is: Neem toch de vervallen zaak van onzen staat bij de hand, en help haar ondersteunen, zoveel het u mogelijk en doenlijk is. Anders: doch laat uwe hand onder deze ruine zijn; een manier van spreken, genomen van een vallend huis. 18. Dat is, onder uw beleid.